Door op 9 juli 2014

PvdA-inbreng Kadernota 2015

Voorzitter,

De nieuwe realiteit is er met de Overbetuwse lente.
Vandaag spreken we over een collegeprogramma met deze naam. Vanzelfsprekend noem ik ook de politieke kaders, die de PvdA wil meegeven voor de komende begroting.

Maar eerst, voorzitter, vanaf deze plek in de raad feliciteer ik nogmaals het CDA met het behaalde resultaat bij de laatste verkiezingen. D66 is als coalitiepartner aangeschoven.
Burgerbelangen Overbetuwe heeft een mooi resultaat behaald. Ik wens hen veel succes met de verbreding van de partij en het werk binnen de raad.

De ondertitel van het collegeprogramma is: „durven, doen en doorzetten.” Dat roept een gevoel op van flinkheid, „we zullen eens laten zien, wat we allemaal kunnen”.
De ondertitel lijkt natuurlijk erg op een verkiezingsleuze van D66. Maar collega’s, is het toeval, dat in de ondertitel van het college- programma, het woord „denken” plaats heeft moeten maken voor „doorzetten”?
De flinkheid van maatregelen vinden we in het stopzetten van de geplande nieuwbouw voor het gemeentehuis, het niet reserveren van geldmiddelen voor een renovatie van de bestaande panden, het onderzoek naar een rechte tunnel bij het station Elst, het aanleggen van kunstgras voor voetbalverenigingen, zonder dat de raad kennis heeft kunnen nemen van een onderbouwd plan, het stopzetten van plannen voor windenergie, de nieuwbouw voor het OBC in de omgeving van de campus, de nadruk, die bij sociale veiligheid wordt gelegd bij thema’s als criminaliteit, overtredingen en overlast en het meer en zichtbaar aanwezig laten zijn van de politie in de kernen.

Flinke woorden. Maar in de kadernota is er voor de extra inzet van de politie geen geld uitgetrokken. Hoe gaat het college deze woorden in daden omzetten? Gooit dit college de preventie overboord en waar blijven de financiële middelen hiervoor?
Is een bedrag van € 50.000,00 soms symboolpolitiek, waarmee we flinkheid kunnen uitstralen?

Voorzitter, het nieuwe college wil met de raad, inwoners, organisaties en bedrijven, spreken over welke nieuwe rolopvatting de gemeente moet ontwikkelen vanuit het uitgangspunt „meer samenleving, andere overheid” (lees de kadernota op pagina 5).
Prima. De PvdA geeft vandaag een eerste aanzet voor deze discussie.
En dan gaat het om iets dat voor de meeste inwoners van onze gemeente verreweg het meest belangrijke onderwerp is waar de gemeente over gaat: de toegang tot zorg en ondersteuning.
Veel belangrijker dan het gedoe om een nieuw gemeentehuis, veel ingrijpender ook in het persoonlijke leven van jongeren en ouderen.

„Meer samenleving, andere overheid”, betekent voor de PvdA dat de gemeente zich richt op het formuleren van beleid, heldere opdrachten neerlegt bij de uitvoerders en let op de kwaliteit van uitvoering.
Maar de uitvoering op dit gebied hoort vooral bij organisaties buiten de gemeente te liggen en bij onze actieve burgers van Overbetuwe.
Het college geeft het Loket Samenleven een centrale rol in de toegang van mensen tot zorg en ondersteuning.
De PvdA wil deze toegang verleggen naar de kernen en wijken, waar sociale kernteams vanuit hun professie en deskundigheid adviezen geven over de toegang en uiteindelijk misschien zelfs beslissingen namens de gemeente kunnen nemen.
Onnodige afstand tot de burgers moet worden voorkomen. Een overheid, de gemeente Overbetuwe, moet zich beperken tot de rol die haar past: het vaststellen van beleid, het geven van een duidelijke opdracht aan uitvoerders en erop toezien dat ook gebeurt wat er wordt beloofd. In de organisatie van de toegang tot zorg en ondersteuning moet het zwaartepunt verschuiven naar de professionals in de sociale kernteams en naar de actieve burgers in de wijken en kernen.
Dit vraagt een andere rol van het Loket Samenleven. Daarom dient de PvdA motie 11 in.

Voorzitter,
Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, heeft in Binnenlands Bestuur duidelijk gemaakt dat een gemeenteraad moet bepalen wat de gemeente onder goede zorg verstaat.
Wat vinden wij een minimum in de zorg en ondersteuning bij vereenzaming of verwaarlozing. Wat vinden wij goede huishoudelijke hulp? Is dat hulp voor een aantal uren per week of stellen we de norm „een schoon en opgeruimd huis”, „hulp bij boodschappen”?
De PvdA wil sturen op resultaat en niet op een aantal uren.
De vraag van de PvdA aan het college is hoe zij ons als gemeenteraad in staat stellen deze normen met elkaar vast te stellen.
De PvdA wil een „Overbetuwe-norm” voor zorg en ondersteuning.

Voorzitter, de PvdA maakt zich zorgen over de toegankelijkheid van voorzieningen voor mensen met een smalle beurs. Zeker met een stapeling van eigen bijdragen komen mensen in de problemen.
De PvdA wil geen eigen bijdrages voor jongeren en binnen de WMO moeten eigen bijdrages inkomensafhankelijk zijn.
Voor maatwerkvoorzieningen is het vragen van eigen bijdrages mogelijk volgens de landelijke inkomensafhankelijke systematiek via het CAK (WMO en AWBZ/Wlz).
Op twee punten kunnen we hiervan afwijken: bij de hoogte van het drempelinkomen en de verhouding tussen eigen bijdrage en inkomen.
Als PvdA willen we een hoger drempelinkomen. Onder dat inkomen geen eigen bijdragen. En we willen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Daarom onze motie 13.

Voorzitter,
de PvdA weet dat in regionaal verband wordt gesproken over de inrichting van een Werkbedrijf. We merken dat in Overbetuwe telkens deelonderwerpen in de besluitvorming worden gebracht. Deelonderwerpen die veel te maken hebben met het Werkbedrijf. Zo spraken we op de laatste Politieke Avond met elkaar over een werkgevers-servicepunt en het nieuwe beschermd werk.
De PvdA mist een integrale opzet en besluitvorming over het Werkbedrijf. We vinden dat nu onvoldoende duidelijk is welke visie Overbetuwe heeft op het Werkbedrijf en welke accenten onze gemeente wil leggen, ook als inbreng in de regionale discussie.
De PvdA wil op korte termijn een integraal voorstel ontvangen over de inrichting van het regionale Werkbedrijf. Daarom dien ik motie 12 in.

Voorzitter,
in alle verkiezingsprogramma’s is er veel aandacht voor de dorpen.
Dat zien we ook terug in het collegeakkoord en de Kadernota. De PvdA is blij met alle dorpsontwikkelingsplannen. We constateren dat deze plannen in de Kadernota vooral uitmonden in wegen, stenen of andere tastbare dingen. Hoe we omgaan met onze jongeren en ouderen, hoe we welzijn en zorg verbeteren in buurten, hoe we mensen sterker maken om naar elkaar om te zien, van dat alles merken wij weinig in de Kadernota. De PvdA wil dat maatregelen op het gebied van het sociaal domein ook op de prioriteitenlijst van de dorpsuitvoerings- plannen komen. Daarom dien ik motie 14 in.

Voorzitter,
De door u als positief gepresenteerde financiële situatie beschouwen wij toch meer als zorgelijk. Er is nog geen sprake van een sluitende meerjarenraming. Bovendien zitten er nogal wat positieve en risicovolle aannames in uw berekeningen, die als deze wat minder positief uitvallen ons direct in financiële problemen zullen brengen.
Van een solide en toekomstbestendige financiën is wat ons betreft dan ook geen sprake.

Zeker niet gelet op de voorlopige uitkomsten van de Meicirculaire betreffende de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Als de voorlopige berekeningen kloppen schieten we direct de negatieve cijfers in. Heeft het college al voor ogen hoe wij echt toe kunnen groeien naar een solide en toekomstbestendige financiën?

Daarentegen doet u wel voorstellen tot grote uitgaven voor een beperkte groep inwoners van onze gemeente. Hoewel wij de voetbalverenigingen een warm hart toedragen en met u denken dat deze van groot belang zijn voor de leefbaarheid in onze kernen en ook het belang van een goede multifunctionele accommodatie in Herveld onderschrijven, zetten wij onze schaarse middelen liever in ten behoeve van al onze inwoners en met name die inwoners die extra zorg en ondersteuning behoeven.

Voorzitter,
de Overbetuwse lente is aangebroken. Andere lentes, de Praagse lente, de Arabische lente, zijn niet in een aangename zomer overgegaan. De keuze van deze titel voor het collegeprogramma heeft iets rancuneus in zich.
Voor CDA en D66 voelde het verleden blijkbaar als een winter.
Het CDA heeft zich bewust in de kou gezet en van hen kan de PvdA deze keuze begrijpen. Hoe anders ligt dat bij D66.
Een partij die ooit het redelijke alternatief was en die nu afstand neemt van ingenomen standpunten en kilte introduceert naar voormalige bondgenoten.
Collega’s, CDA en D66 hebben meerdere keren op deze plek, hier in de raad, gezegd, dat zij de voorstellen van het college op hun waarde zullen schatten en niet altijd zomaar zullen steunen.
Volgens hun eigen woorden zoeken zij de samenwerking met andere partijen. Van die bereidheid tot samenwerking is weinig gebleken in de laatste raadsvergaderingen. Goede kandidaten van andere partijen zijn niet gekozen voor functies, bijvoorbeeld als plaatsvervanger in een regionale organisatie. CDA en D66 passen zonder schaamte teksten van moties en amendementen aan, terwijl de meeste andere partijen het intrekken daarvan zouden verwachten.

Voorzitter,
samenwerking binnen de raad moet van alle partijen komen.
De PvdA is bereid en in staat tot die samenwerking.
We zijn benieuwd hoe de collegepartijen vanavond omgaan met de opmerkingen van andere partijen en de ingediende moties en amendementen.
Er is een andere realiteit, en voorzitter, de collegepartijen moeten zich realiseren dat er weer een nieuwe realiteit na die andere realiteit zal komen. Deze eerste termijn eindig ik daarom met de woorden van een bekende songwriter:
„There’s a battle outside
And it is ragin’
It’ll soon shake your windows
And rattle your walls
For the times they are a-changin.”