Elst Centraal en de stembus
Spannend was het niet, de discussie over het Huis der Gemeente, bij het station of ergens anders. Iedereen deed zijn best om mijn sombere beeld te bevestigen: de discussie heeft een kwalijke invloed op de bestuurbaarheid van onze gemeente. Dat zegt iets over het bestuurlijke gedrag.
Bestuurlijkheid betekent dat je inzet toont om een oplossing te vinden en voortgang te realiseren. Daar is weer een mooi woord voor: “appreciative inquiry”, je neemt een open onderzoekende houding aan die ruimte geeft voor een vervolg.
Maar het leek er niet erg op. Wie gaat straks een nieuw college vormen? VVD en PvdA? Dat is landelijk geen makkelijke combinatie gebleken. GBO en D66 willen nader onderzoek naar varianten. Maar nu niet helder zijn over het plan, maakt de verkiezingen tot een soort referendum.
“Wat heb jij toch tegen een referendum?” werd mij door een lezer na de bijeenkomst gevraagd.
Mijn partij is, net als de VVD, CU en het CDA, helder over wat wij voorstaan, zei ik. Die helderheid geven andere fracties niet. Er wordt geen helder oordeel aan de kiezers voorgelegd met het vragen om nader onderzoek. Jarenlang is vlijtig meegewerkt aan het plan en nu zouden ze iets anders willen. Alsof dat niets gaat kosten…
“Maar wat heb jij tegen een referendum?” hield mijn lezer aan.
Wij hebben een representatieve democratie, zei ik: we kiezen mensen, die voor ons besluiten nemen. De burger is betrekkelijk inactief in de politiek en vindt het vaak best besluiten over te laten aan raad en college. Maar soms wordt ook actief opgetreden om de besluitvormers bij een bepaald besluit te houden. Die “mobilisatie” is lastig te organiseren en vast te houden. Dat lukt alleen bij vraagstukken die van ongebruikelijk belang zijn voor de burger.
“Dan is het toch prima, dat na de verkiezingen wordt besloten? Dan kan de kiezer mee beslissen.”
Dat mag wel, maar niet als niet iedereen duidelijk is. Wat moet de kiezer met een duidelijke positie van PvdA, CU en VVD, een onheldere van GBO en D66, en de visie van het CDA, dat meent dat alleen opknappen en renoveren van oude gebouwen wel voldoende is.
De kiezer kan daar niets mee. Er wordt een beeld opgeroepen dat de kiezer wel kan overzien wat verantwoord financieel beleid is. Maar dat is niet zo. De kiezer krijgt het beeld voorgeschoteld dat al miljoenen zijn bespaard, die in dorpshuizen kunnen worden gestoken. Dat is kletskoek: halve besluiten en noodverbanden leiden tot miljoenenverlies, niet tot besparingen. Het plan werd geopperd dat een belegger een kantoor zou bouwen, zodat de gemeente geen schuld hoefde te nemen. Maar deze kiezer twijfelt: beleggers willen te zijner tijd rendement en de rente is nu historisch laag, dus is het niet slimmer de schuld nu zelf te nemen?
Simplisten denken dat democratie is de wil van het volk te volgen. Ik denk dat het iets ingewikkelder ligt. Politici informeren en overtuigen de kiezers, partijen pogen standpunten en visies om te vormen tot een gezamenlijke wil. Willen de kiezers van Overbetuwe nu echt geen HdG bij het station?
Er is een ingewikkeld verkeer van visies en opvattingen tussen de politici en de kiezers. Ik heb wel tegenstanders ontmoet; maar ik heb nooit een argument gehoord, waarvan ik opkeek. Ik probeer mij voor te stellen dat ik ambteloos burger was: het financieel beleid van de gemeente zou ik afwegen aan de uitkomst. Geen extreme OZB, geen extreme tarieven. Het huisvestingsbeleid van de gemeente zou ik eveneens op zijn uitkomst bezien: Andelst is uit de tijd en een slangetje van een koffiemachine veroorzaakt in Elst een overstroming en bouwkundig risico.
Kortom: financieel zie ik geen reden voor achterdocht en de gebouwen mogen vernieuwd worden.
“Vindt jij het een onzin-discussie dan?”
Ik heb al eens eerder beweerd dat ik dat inderdaad vind. Het gaat om een beetje ingewikkeld bestemmingsplan en een stationsgebied, dat doorgaans overal een restant-gribus is.
Daar moet iets mee. De kale vlakte en de gebrekkige aansluitingen rond het station moeten worden aangepakt. Daar is niks tegen. Dat kan op allerlei manieren. Door de crisis is dat een beetje moeilijk geworden. Maar niet onmogelijk.
Valse profeten roepen nu dat de gemeente aan dit plan ten gronde gaat. Dat is larie. Natuurlijk moeten we samen naar oplossingen zoeken. Daarom zijn we die variantendiscussie begonnen, maar het moet ons niet blijvend hinderen, want dat gaat miljoenen aan subsidies kosten. En als we niet de competentie hebben, nu na negen jaar voorbereiding, doen we toch beroep op een gids die ons de weg uit dit zelf geschapen doolhof wijst?
“Maar…
Neen, laten we een biertje kopen in het Wapen.
Tom van Doormaal
Elbert Elbers