20 februari 2014

Interviews met kandidaten

No 4: Tom van Doormaal

–          Man, gehuwd, zoon, dochter
–          Geboren 21-03-1945
–          Politicoloog, Universiteit van Amsterdam

Ben je niet een beetje te oud voor een politieke loopbaan?

Wat is dat nu voor onzin? Actieve politiek is nogal veeleisend. Met een gezin moet je daar niet aan beginnen. Ik heb er nu pas tijd voor.

Maar kun je dat nog als je al 68 jaar bent?

Ik zie niet in waarom niet. Ik heb een nog jonge geest en een hoop kennis en ervaring. Ouderen herkennen dat en zien de betekenis er van in. Ik beleef en ervaar ook hun problemen.

Ik dacht dat je nog jong en fruitig was? Nu toch ook oud?

Ik bedoel te zeggen dat je voor ouderen ook wat gevoel nodig hebt. Je kunt je uitgerangeerd voelen als gepensioneerde. Je kunt vereenzamen. Je krijgt ook wat andere zorgen: bestrijding van gladheid, beschikbaarheid van zorg, parkeerplek bij winkels. Mijn vrouw wordt wat minder mobiel.

Moeten mensen op je stemmen om je leeftijd?

Niet alleen om de leeftijd van mijn lijf, of de jeugd van mijn geest. Ik heb ervaring in Amsterdam, in de Groningse stadsvernieuwing. IK was bestuurder van de grootste woningcorporatie in Amsterdam, commisaris bij een heel kleintje in Valburg. Ik heb ook twintig jaar gewerkt in de departementale bureaucratie in Den Haag.

Er zijn meer mensen met mooie CV’s en ervaring…

Dat is waar. Maar ik heb gemerkt dat ik bijzonder ben in het zoeken van de confrontatie met de praktijk. Niet theorie, niet werkbezoek, maar ik wil het echt weten, ervaren wat mensen voelen, zweet ruiken, geraakt worden. De ingelanden in Lingezegen hebben dat gezien.

De gemeentepolitiek dan maar: hoe zie jij die?

Daar ben ik wel kritisch over. Als mensen de materie niet aan kunnen, het spel niet mee kunnen doen of te weinig tijd kunnen investeren, moeten ze niet op de lijst staan. Maar daar zit ook het probleem. Het besturen van een gemeente vraagt echt veel. Je hebt veel kennis en inzicht nodig.

De komende jaren zal door de decentralisaties de omzet van de gemeente ongeveer gaan verdubbelen. Maar als ik dan vraag naar de aanscherping van de bedrijfsvoering, kijkt men mij aan alsof ik een Marsbewoner ben; of men roept dat het allemaal nog komt. Dat maakt ongerust.

Is dat een politiek verschik van mening?

Neen, helaas niet. In 80% van alle discussie gaat het eigenlijk over competentie en inzicht in de materie. In de resterende 20% speelt een politiek verschil: hoe ga je om met uitkeringen, hoe met belangen van werknemers en ondernemers, hoe ga je om met burgers? Veel van onze goede bedoelingen gaan ten onder in knulligheid en tijdgebrek.

Is het verstandig dat zo te zeggen? Je zet de collega’s zo wel weg…

Dat is misschien wel zo, maar het is ook zelfkritiek, want de PvdA was medeverantwoordelijk, met wethouder Frank van Rooijen. Ik geef een paar voorbeelden.

–          Is het gemeentehuis duur? Bouwen kost geld. Is het te duur? Ik zou dat niet durven beweren, zelfs niet nu, met uitgeputte reserves. Bedenk ook dat de investering ongeveer verdubbeld wordt door alle bijdragen van andere overheden, die dat doen omdat ze het een wenselijk en goed plan vinden.

–          Diverse partijen vinden dat de verkiezingen maar een weg moeten aangeven om uit die discussie te komen. Maar dan ben je bij een politicoloog aan het goede adres, want verkiezingen geven nooit een heldere richting. Ik vind het ook principieel verkeerd: algemene verkiezingen zijn geen referendum. Voor een ja/nee vraag moeten algemene verkiezingen niet worden misbruikt.

–          Zoals ik net al zei: de decentralisaties betekenen nogal wat. De hele zorg”markt” gaat op zijn kop. Hoe gaan we dat regelen, als we “de kanteling” naar de mensen in de buurten serieus willen nemen? Er zijn nu twee sociale wijkteams een beetje aan het experimenteren. Maar dat is al laat en nog geen kwart van wat er nog moet gebeuren. In de wijken zullen nieuwe vormen van basisorganisatie moeten worden opgezet, die als markt voor professionals en vrijwilligers kunnen werken. Maar iedereen prijst elkaar: we doen het zo goed…

–          De bestemmingsplannen worden verkrampt toegepast. Dikke pakken papier zijn onhelder voor de initiatiefnemer die iets wil. Het BP Buitengebied is meer dan 1600 pagina’s dik. Alleen de schrijvers van die plannen overzien dat nog. Maar de bedoeling was een openbaar stuk te maken, waarin iedereen kon lezen welk plan kan en welk plan niet. Het is een praktijk, die ontspoort in eindeloos gedetailleerde regelgeving. Daarover moeten we denken.

Kan de PvdA dit soort dingen veranderen?

Dat is een goede vraag. Maar we zullen in elk geval tegen elkaar moeten zeggen wat we willen en waarom we dingen anders willen. We hebben wat meer inzicht en kwaliteit nodig, wat meer besef over wie welke rol moet spelen.

Wat bedoel je met rollenspel?

Een paar dingen: vroeger werkte de raad “monistisch”, met het College als een dagelijks bestuur. Dat vonden we niet goed, dus werd het dualisme ingevoerd: het college was niet langer lid van de raad, maar kwam van buiten. Het werd een soort “regering” en de raad werd “parlement”, dus het College stelt voor en de raad bespreekt en keurt goed of af.

Alleen doen we het niet zo. In de HdG discussie zie je wat dat betekent: het College geeft geen leiding meer, de Raad probeert het wel maar loopt vast. Terug naar het rollenspel: de gemeenteraad moet duidelijkheid geven aan de richting die we uit gaan, maar College en gemeentelijke organisatie doen de uitvoering.

Waarom heeft de PvdA zo weinig specifieke punten in het programma?

Dat is een bewuste keuze. Wij zijn niet van die “belovers”. Het is geen Sinterklaasfeest waarbij iedereen verlanglijstjes kan indienen. De beloften zijn ook vaak vals.

Wij proberen aan te geven hoe onze houding is, hoe wij zullen kiezen. Wij nemen problemen niet van mensen over, maar wij helpen met oplossingen zoeken. Richtsnoer: eerlijk, met ontzien van de zwaksten, rechtvaardig.

Is de gemeente bijna failliet?

Nou nee, maar de crisis laat wel sporen na. Dus in grond en gebouwen is veel geld verloren. Daardoor is de reserve van de gemeente gedaald. Maar reserves zijn er voor slechte tijden.

De organisatie is wel ‘in control’. De suggestie dat er maar wordt aangerommeld en dat de gemeente aan de rand van de afgrond staat en zijn huishouding niet op orde heeft, is volstrekte onzin.  De crisis is nog niet voorbij en er komen nog tegenvallers, maar geen paniekzaaierij, a.u.b.

Hoe zie je de rol van de PvdA in de komende periode?

Wij zijn verbinder, lokaal tussen de partijen; wij hebben geïnvesteerd in de coalities van de afgelopen jaren. Wij zoeken ook verbinding met de nationale politiek en daarin ook inhoudelijk kritisch. Op dit vlak speelt veel, waardoor het nuttig is een partij te hebben die nationaal functioneert, want daardoor ben je niet weerloos tegen “Den Haag”. Ik noem maar iets: Martin van Rijn is een oude collega van me.

Die rol van verbinder willen we graag voort zetten. De accenten zullen anders worden, zeker. Maar er is veel meer aan de orde dan een gemeentehuis naast het station.

Dank voor dit gesprek.

Waar ben je naar op zoek?