Door op 20 maart 2014

Een dreun en toen?

Onze partijtop heeft ons een hart onder de riem gestoken, maar echt helpen doet het niet.

De vraag is: waarom zijn we zo slecht gewaardeerd voor onze inzet? En: wie heeft er nu eigenlijk gewonnen en waarom?

Het is ingewikkeld dat soort vragen te beantwoorden en ook ruimte en waardering te bewaren voor de dragende krachten van het bestuur dat door de kiezers is “afgestraft”.  Toch zullen we hier eerlijk naar moeten kijken, willen we als partij nog een toekomst hebben.

Ik probeer maar eens een paar omstandigheden op een rij te zetten, in de hoop dat de website nu eens gaat dienen waarvoor we hem bedoelen: een discussieforum voor onze leden.  De omstandigheden zijn nationaal, lokaal, persoonlijk en specifiek. Daarna kunnen we denken over hoe we verder vorm willen geven aan de lokale politiek.

Nationaal

Hoe de leden het zien is de vraag, maar ik vind deze regering met de VVD een groot ongeluk. Dat geldt voor de “uitruilformatie” van Wouter Bos, dat geldt voor de knapenliefde tussen Diederik en Mark, dat geldt voor het nemen van verantwoordelijkheid.

Wat nu, verantwoordelijkheid?  De formatie ging zonder de zekerstelling van een vruchtbare samenwerking met beide kamers der Staten Generaal, waardoor een moeizaam gedoe met akkoorden noodzakelijk werd.

Ging deze coalitie hervormen? Het kan zijn, maar het is me niet erg opgevallen in het regeerakkoord, maar ook niet in het handelen. De zorg wordt gedecentraliseerd naar de gemeenten, maar dagelijks lezen we in de krant over de problemen, de onduidelijkheden en de opbrengsten, die het moet opleveren. Daardoor kan de SP smalen over de hardheid jegens de zorgbehoeftigen.

Het andere onderwerp is de sociale huur. Geen thema waar het marktdenken krommer wordt beleden: in de sociale huursector treden wachttijden op van meer dan tien jaar, dus die markt deugt niet. Dus moeten we de prijzen verhogen, zodat “er ruimte komt”. En we moeten meer in de middeldure huurcategorie bouwen. Ik zou zeggen: als er zoveel belangstelling is voor sociale huur, dan zijn er te weinig van. En omgekeerd: als er zoveel behoefte is aan middeldure huurwoningen, waarom bouwt de markt die dan niet?

Helaas trapt de toch slimme Diederik in deze neo-liberale marktfrasen. De reden om hem nog even te steunen is: de integriteit van Martin van Rijn. Maar serieuze hervormingen gaan in mijn beeld anders dan nu wordt geprobeerd.

Lokaal

De tegenstanders van het Huis der Gemeente in het plan voor Elst Centraal hadden een simpele strategie: maak van de verkiezingen een referendum over HdG. Kijkend naar de uitslagen is dat goed gelukt. De winst kwam bij de tegenstanders.

Had dat anders gekund en gemoeten? Het is altijd in discussies dat twee partijen invloed hebben op de wijze van debatteren. Maar gezegd mag worden dat het aan een politieke flexibiliteit heeft ontbroken om aarzelingen en twijfels te overwinnen. Als je niet voldoende naar elkaar kunt luisteren, komen de loopgraven vanzelf.

Over de locatie van HdG valt te twisten, maar dat had gemoeten in 2005. Daarna kwamen de toezeggingen van andere overheden voor steun bij de infrastructuur en verhardden de tegenstellingen zich. Vervolgens kwam de crisis en vielen de woningen en de kantoren uit het plan. Vervolgens kwamen de kleine fouten van de externen in de procedures, waarmee de strijd losbrandde.

Die strijd is niet met de juiste middelen gevoerd.

Persoonlijk

Wat niet gezegd mag worden, maar wat iedereen weet is de confrontatie tussen dorpspolitiek en verstedelijking. Elst ligt op de verstedelijkings-as tussen Arnhem en Nijmegen, maar mentaal is het geen onderdeel van een stedelijke agglomeratie. We zijn een te groot gegroeid dorp.

Het leidt tot verdachtmakingen jegens Frank van Rooijen en Ruud Mooij, “jongens”die elkaar van school kennen en ‘al veel te lang de dienst uit maken in deze gemeente’. Dat ook de winnaar, Jan van Baal, tot die jongens behoort is dan wel weer ironisch.

Is er te weinig doorstroming, te weinig jong bloed, te weinig import van elders? De partijen, ook de onze mogen zich dat afvragen. De VVD heeft een meisje van 18 jaar op de lijst, schrijver dezes is 69 jaar, maar heeft het voordeel dat hij bagage van elders mee brengt. Is een jonge kandidaat altijd goed, een oude kandidaat altijd slecht?

Het thema heet “recrutering”: hoe kom je aan voldoende kwaliteit op je lijst? Wat is kwaliteit?  Wanneer heb je er voldoende van? Zit die voldoende in de gemeenteraad? En hoe is het gesteld met de kwaliteit van de organisatie?

Specifiek

In de strijd rond het gemeentehuis en het voor sorteren op de decentralisaties, blijkt dat over de kwaliteit in de organisatie kan worden getwijfeld.

Bij de planologische processturing zijn fouten gemaakt, die tot het (dubieuze) oordeel van de Raad van State hebben geleid. Kennis die we niet hebben, huren we in, luidt het montere devies. Dat kan, maar het kost geld en je maakt je kwetsbaar: het aansturen van ingehuurde professionals is een buitengewoon lastig vak. Ik denk dat de gemeente daarin tekort schiet.

Bij de decentralisaties in het sociale domein is het niet anders. Ook hier blijkt dat de opdracht, de specifieke aansturing van de externe, de bruikbaarheid van het product vaak te wensen over laat.

In de discussie sover kaderstelling blijkt steeds weer dat de organisatie “kaders” aanreikt, die die naam nauwelijks verdienen en daarmee zichzelf te veel vrijheid verschaft. Helaas zijn er maar enkelen in de raad die dit doorzien en daartegen machteloos protesteren.

De meesten daarvan zitten bij het CDA. Het zal moeten blijken of hun kritische vermogens behouden blijven, nu het CDA de macht overneemt. Ik ben bezorgd.

 

Tot zover deze bespiegelende en therapeutische tekst. Ik ben nog doende met een andere benadering van de lokale politiek te formuleren. Binnenkort op deze website!!! Volgt ons.

Tom van Doormaal